Solar Terrestrial uitleg

Ruimteweer beïnvloedt de radiocommunicatie op een aantal manieren. Bij frequenties in het bereik van 1 tot 30 MHz (ook bekend als "Hoge frequentie" of HF-radio) wijzigen de veranderingen in ionosferische dichtheid en structuur de transmissieweg en blokkeren zelfs de overdracht van HF-radiosignalen volledig. Deze frequenties worden gebruikt door amateur (ham) radio-operators en vele industrieën zoals commerciële luchtvaartmaatschappijen. Ze worden ook gebruikt door een aantal overheidsinstanties zoals het ministerie van Defensie.

Er zijn verschillende soorten ruimteweer die van invloed kunnen zijn op HF-radiocommunicatie. In een typische opeenvolging van weerstormen in de ruimte worden de eerste effecten gevoeld tijdens de zonnevlam zelf. De zonnestralen van de zon dringen door naar de bodem van de ionosfeer (tot ongeveer 80 km). Daar ioniseren de röntgenfotonen de atmosfeer en creëren ze een versterking van de D-laag van de ionosfeer. Deze verbeterde D-laag fungeert zowel als een reflector van radiogolven op sommige frequenties als een absorptiemiddel van golven op andere frequenties. De Radio Blackout geassocieerd met zonnevlammen vindt plaats aan de dagzijde van de aarde en is het meest intens wanneer de zon direct boven haar hoofd staat.

Een ander soort ruimteweer, de Stralingsonweer veroorzaakt door energetische zonneprotonen, kan ook de HF-radiocommunicatie verstoren. De protonen worden geleid door het magnetische veld van de aarde zodat ze botsen met de bovenste atmosfeer nabij de noord- en zuidpool. De snel bewegende protonen hebben een effect vergelijkbaar met de röntgenfotonen en creëren een verbeterde D-laag waardoor HF-radiocommunicatie op hoge breedtegraden wordt geblokkeerd. Tijdens aurorale displays kunnen de precipiterende elektronen andere lagen van de ionosfeer versterken en vergelijkbare verstorende en blokkerende effecten hebben op radiocommunicatie. Dit gebeurt meestal aan de nachtkant van de poolgebieden van de aarde, waar de aurora het meest intens en het meest